Waarom start de ontwikkellijn 2F/1S al in groep 3, en die van 1F pas in groep 6? Waarom start de ontwikkellijn 2F/1S al in groep 3, en die van 1F pas in groep 6?

Waarom start de ontwikkellijn 2F/1S al in groep 3, en die van 1F pas in groep 6?

Tot en met eind groep 5 (voor rekenen midden groep 6) is het belangrijk dat je alle leerlingen zoveel mogelijk het reguliere aanbod geeft en ervoor zorgt dat (bijna) alle leerlingen deze doelen halen. Dit zie je ook terug in de methodes; er wordt gedifferentieerd op het gebied van strategieën, niet op de hoeveelheid/soort doelen. Met deze doelen leg je de basis voor de referentieniveaus 1F en 2F/1S die daarna volgen, dus het is belangrijk dat bij iedere leerling deze basis op orde is. Daarom geldt voor iedere leerling in leerjaar 3 t/m 5 dat je de normlijn 2F/1S kunt gebruiken om ambities op te stellen.

Vanaf groep 6 wordt er gewerkt aan de referentieniveaus. Daar gaat het onderwijsaanbod zich wat meer splitsen en wordt er gedifferentieerder lesgegeven. Op het moment dat leerlingen de lijn van leerjaar 3 t/m 5 vast kunnen houden, dan zijn de leerlingen op weg naar het streefniveau. Dit is een doorlopende lijn, daarom sluit 3 t/m 5 aan op 1S/2F. Op het moment dat leerlingen deze lijn niet vast kunnen houden, gaan zij op weg naar het 1F-niveau. Daarom is groep 6 het startpunt voor de 1F-lijn.

N.B. Voor leerlingen die in 3 t/m 5 al echt 'buiten de boot' vallen, zal je andere ontwikkellijnen verwachten en nastreven. Dat doe je dan op individueel niveau, bijvoorbeeld met een OPP.